Europese Hof: Natuursubsidies moeten terug

Natuurmonumenten en twaalf provinciale landschappen moeten mogelijk honderden miljoenen euro’s aan subsidies terugbetalen, die ze tussen 1993 en 2012 hebben ontvangen. Dat geld kregen ze voor de aankoop van natuurgebieden.

Particuliere grondbezitters, waaronder stichtingen en beheerders van landgoederen, konden geen aanspraak maken op die subsidies. Dat vonden ze oneerlijk en daarom dienden ze, samen met de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG), in 2008 een klacht in bij de Europese Commissie.

“Door het subsidiebeleid hebben wij als particuliere grondbezitters echt veel nadeel geleden. Die organisaties kregen voor niks gesubsidieerde grond aangeboden”, zegt Oene Gorter, voorzitter van de VGG. “Ik had die grond ook wel voor niks willen hebben. Het is puur oneerlijke concurrentie. Als iemand namelijk voor niks grond krijgt aangeboden en hij heeft opbrengst daaruit, dan betekent dat rechtstreeks verlies voor de partij die die grond niet heeft.”

De Europese Commissie erkende in 2015 dat er sprake was van verboden staatssteun, maar keurde de subsidies tegelijkertijd toch goed. In 2018 kregen de particuliere grondbezitters alsnog gelijk van het Gerecht van de Europese Unie.

Daarop stapten de organisaties die subsidie hadden ontvangen naar het Europees Hof, maar dat heeft nu de particuliere partijen in het gelijk gesteld. De particuliere grondbezitters willen dat de Nederlandse overheid de subsidies terugvordert. Gorter schat dat de organisaties 1 miljard euro moeten terugbetalen, zei hij eerder. “Dan moeten ze dus een deel van hun bezit verkopen.”

In Vlaanderen loopt een soortgelijke actie, opgezet door VVGN, de Vlaamse Vereniging voor Gelijkberechtiging Natuurbeheer

Vlaamse Vereniging Gelijkberechtiging Natuurbeheer reactiveert werking

Het Gerecht van de Europese Unie heeft op 15 oktober 2018 de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (“VGG”) in het gelijk gesteld in een procedure over staatssteun aan de Vereniging Natuurmonumenten en de 12 Landschappen. Volgens het Gerecht van de Europese Unie moet de Europese Commissie een formeel onderzoek starten naar de staatssteun aan deze twee partijen. Het Gerecht overweegt dat de beschikbare feiten erop duiden dat de voornoemde partijen staatssteun hebben gekregen voor hun gewone economische activiteiten (en niet voor natuurbeheeractiviteiten) en dat die partijen mogelijk teveel staatssteun hebben gekregen.    

Ook in Vlaanderen loopt een gelijkaardige procedure ingesteld door de Vlaamse Vereniging Gelijkberechtiging Natuurbeheer vzw. Deze vereniging werd opgericht met als doel te ijveren voor een gelijkberechtiging bij het beheer van natuurgebieden In Vlaanderen.  In het bijzonder wenst zij in rechte op te komen voor een gelijkberechtiging bij het toekennen van subsidies die van overheidswege worden toegekend aan organisaties die nog steeds een monopoliserende positie innemen.

De Vlaamse overheid heeft sinds de start van de procedure een nieuwe natuurregelgeving geïmplementeerd die ten dele tegemoet komt aan de eisen. De toekenning van subsidies in het verleden zorgt evenwel voor een blijvende ongelijkheid. Ook blijft het voor de private natuurbeheerder bijzonder moeilijk gebruik te maken van de aankoopsubsidies voor natuur. Zo worden private eigenaars ten persoonlijke titel verplicht eerst een type 4 natuurgebied te beheren vooraleer ze aanspraak kunnen maken op subsidies voor aankoop. Hierdoor komen meer dan 99% van de private eigenaars niet langer in aanmerking voor gesubsidieerde aankoop van natuur. De nieuwe bestuursploeg, onder voorzitterschap van Vincent Dierckx, wil ook voor deze problemen een passende oplossing vinden. Hiertoe werd VVGN gereactiveerd, worden opnieuw fondsen bij elkaar gebracht en wordt bekeken op welke wijze de procedure, ook in Vlaanderen, verder gezet kan worden.

Op 2 september 2015 nam de Europese Commissie een beslissing op de klacht van de VGG over deze staatssteun aan de TBO’s (terrein beherende organisaties). In haar beslissing stelde de Europese Commissie vast dat de TBO’s inderdaad staatssteun hebben ontvangen, maar tegelijkertijd keurde de Europese Commissie deze staatssteun goed. De Commissie redeneerde kort en goed dat de TBO’s compensatie krijgen voor diensten van algemeen economisch belang. Dit oordeelde de Europese Commissie zonder een formeel onderzoek te starten naar de staatssteun aan de TBO’s.

Op 15 oktober heeft het Gerecht van de Europese Unie een streep door dit goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie getrokken. Volgens het Gerecht moet de Europese Commissie een formeel en indringend onderzoek starten naar de staatssteun aan de TBO’s. Achtergrond hiervan is dat er serieuze twijfels zijn over de vraag of deze staatssteun goedgekeurd kan worden.

Persbericht VGG 28-2-2013

Persbericht

Hoenderloo, 28 februari 2013

Provincies en TBO’s vangen inzake aankoopsubsidies bot bij Hof in Luxemburg

Wederom een juridische nederlaag voor de Provincies en Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) bij hun pogingen om te ontkomen aan gelijkberechtiging bij de verwerving en het beheer van natuurgronden. Het Gerecht van de Europese Unie geeft hen nul op het rekest. Beroepen ingesteld tegen de Commissiebeslissing inzake aankoopsubsidies voor natuurgrond van 13 juli 2011 zijn niet ontvankelijk verklaard. De weg ligt open voor terugvordering van onrechtmatige staatssteun die in het verleden werd uitgekeerd aan de TBO’s.

HOENDERLOO Sinds haar oprichting in 2009 zet de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG) zich actief in voor de gelijke behandeling van alle particuliere grondbezitters in Nederland. Aanleiding hiervoor is dat de Nederlandse overheden sinds jaar en dag de zogenaamde TerreinBeherende Organisaties (TBO’s), zoals Vereniging Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen, bevoordelen bij de verwerving en het beheer van natuurgronden. Dit gebeurt onder andere door aan de TBO’s op grote schaal subsidies te verstrekken voor de aankoop van gronden en door aan hen gronden door te leveren om niet of onder de marktwaarde. Andere particuliere grondeigenaren komen niet in aanmerking voor deze steun en worden daardoor stelselmatig buiten spel gezet – dit terwijl zij een belangrijke private bijdrage kunnen leveren aan de natuurontwikkeling in Nederland.

In het licht van deze flagrante discriminatie en concurrentievervalsing werd eind 2008 een staatssteunklacht ingediend bij de Europese Commissie. Mede onder druk van de VGG besloot de Nederlandse overheid uiteindelijk om de aankoopsubsidieregeling (althans voor de toekomst) te verruimen naar alle geïnteresseerde natuurbeheerders en niet langer te beperken tot de TBO’s. De nieuwe subsidieregeling werd in 2010 bij de Commissie aangemeld. In juli 2011 maakte de Commissie haar besluit bekend. Enerzijds besloot de Commissie dat de aankoopsubsidies als ‘staatssteun’ moeten worden beschouwd. De Commissie bevestigde daarbij, net als in eerdere zaken, dat natuurbeheerders als ‘ondernemingen’ moeten worden beschouwd aangezien zij diverse economische activiteiten beoefenen (vb. toerisme, houtkap, jacht, landbouw, erfpacht, woningen, etc. etc.). Anderzijds besloot de Commissie dat de steunregeling, gelet op haar doel (natuurbeheer) met de interne markt verenigbaar was en werd de aangemelde regeling finaal goedgekeurd.

Kort na de beslissing van de Commissie tekenden de Provincies en de TBO’s beroep aan tegen de Commissiebeslissing bij het Gerecht in Luxemburg om de kwalificatie van natuurbeheerders als ‘ondernemingen’ te betwisten. Door deze kwalificatie te betwisten, hoopten de provincies en de TBO’s met name de TBO’s aan de toepassing van de staatssteunregels te onttrekken. Op die manier zou de klok opnieuw worden teruggedraaid en zouden de Nederlandse overheden opnieuw vrij spel krijgen om de TBO’s te bevoordelen via aankoop- en beheerssubsidies, dit ten koste van andere particuliere terreinbeheerders (en ten koste van de Nederlandse belastingbetaler). Oene Gorter, voorzitter van de VGG, legt uit: ‘De overheid moet steeds meer bezuinigen, ook op natuur. Het is opmerkelijk dat de provincies de onhoudbare bevoordeling van de TBO’s willen voortzetten.’

Met haar Beschikking van 19 februari 2013 geeft het Gerecht van de EU de Provincies en TBO’s echter nul op het rekest. Het Gerecht stelt onomwonden dat de Provincies en de TBO’s niet het vereiste procesbelang hebben om te betwisten dat natuurbeheerders (m.i.v. de TBO’s) ‘ondernemingen’ zouden zijn die onder de toepassing van de staatssteunregels vallen. De analyse van de Commissie blijft met andere woorden overeind. Dat de provincies en de TBO’s zich al steeds veel zorgen maken over deze analyse, blijkt uit interne stukken die de VGG door middel van een Wob-procedure heeft gekregen. Zij realiseren zich dat honderden miljoenen euro’s teruggevorderd kunnen worden van de TBO’s.

Gelet op het besluit van het Gerecht lijkt de weg nu open te liggen voor een verdere afhandeling van de klacht inzake onrechtmatige steun die onder de oude subsidieregeling aan de TBO’s werd uitgekeerd. De VGG zal er bij de Europese Commissie op aandringen dat de klacht op korte termijn wordt behandeld en dat onwettige staatssteun door de Nederlandse autoriteiten wordt teruggevorderd van de TBO’s. Ook zal de VGG, indien de bevoordeling van TBO’s aanhoudt, zo nodig een procedure aanspannen bij de Nederlandse rechter. De VGG blijft echter bereid om met de betrokken overheden en TBO’s een oplossing buiten rechte te bereiken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer drs. Oene O. Gorter, voorzitter Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters (VGG), tel: 06-22506636, email: oogorter@landgoedwelna.nl. Zie ook www.vereniginggg.nl.

Persbericht VGG 28-2-2013